Ken je dat moment? Je rijdt na de eerste regenbui door de stad en ineens lijkt het alsof iemand de wasmachine heeft leeggegooid op de rotonde: overal witte vlokken schuim op het asfalt. Geen bubbelbad, maar de harde realiteit van het wegdek die een langere periode geen regen heeft gezien.

Waar komt dat spul eigenlijk vandaan? Heel simpel: regenwater spoelt alles wat op de weg ligt bij elkaar – een cocktail van olie, rubber, bladeren en andere spullen dat het wegdek de afgelopen tijd heeft ‘verzameld’. Zodra er auto’s en motoren doorheen rijden, wordt dat mengsel opgeklopt. Precies zoals je melk opschuimt voor een cappuccino, maar dan een stuk minder smakelijk.

Is het gevaarlijk? Het schuim zelf meestal niet, maar de onderlaag kan verraderlijk glad zijn. Vooral in de eerste minuten van een bui is het opletten geblazen: dat is hét moment dat olie en vuil boven komen drijven. Een beetje alsof de weg zijn eigen schuimparty organiseert, maar jij bent de gast die niet wil uitglijden.

Wat kun je doen? Simpel: hou je hoofd koel en je gas hand onder controle. Iets meer afstand, geen rare capriolen met remmen of sturen, en bedenk dat je motor je dankbaar is als je niet dwars door de grootste schuimklodder gaat. En het goede nieuws? Het verdwijnt meestal net zo snel als het gekomen is. Tot die tijd geldt: niet laten verrassen, gewoon genieten van je rit  en misschien een beetje grinniken om het idee dat jij met je motor bij een schuimparty bent geweest!